zondag 7 december 2014

Jungle op mijn bord

De tranen springen in mijn ogen als het voorgerecht gereserveerd wordt. Ik mompel een ‘dankjewel’ uit beleefdheid. Een bord vol met ongedierte staart me aan. Sprinkhanen, wormpjes, kreeften… en wat is dat voor een raar ding? Ik pers mijn lippen stevig op elkaar.
De dunne pootjes van de sprinkhanen leven hun laatste stuiptrekkingen uit. Hun langwerpige lijfje gaat op en neer. Horen die nog wel te leven?
Ik kijk op en zie mijn moeder een sprinkhaan naar haar mond brengen. Ie, mam, nee, niet doen. Nee! En weg is het arme beestje. Het kraakt in haar mond. Ranzig. Een nare rilling kruipt over mijn hele lichaam. Waarom doen mensen dit zulke onschuldige beestjes aan? Ik kijk weer terug op mijn eigen bord. Dit gaat me te ver en bovendien is het hartstikke smerig. De wormpjes lijken wel te willen ontsnappen. Dat begrijp ik. Ze kronkelen met hun laatste kracht over het witte bord. Nee, wacht, dat kan niet. Ze horen toch echt dood te zijn. Ik knipper een paar keer met mijn ogen. Hmm. Ik pak mijn vork beet en prik voorzichtig in een sprinkhaan die me het gemeenste lijkt. De insect (ik noem het liever ongedierte) stopt met ademen. Shit. Heb ik nou net het leven van een insect afgepakt? Shit man. Die hebben al genoeg geleden en dan maak ik het nog erger. Dit gaat mijn mond niet in. Zelfs niet als ik er een miljoen voor zou krijgen, of een miljard. Ik hoef geen ongedierte dat in mijn maag voortleeft. Stel je voor dat het weer omhoog kruipt.
Gelukkig was het de eerste en zeker de laatste keer dat ik met mijn moeder naar zo’n ‘exotisch-eten’ restaurant ging. Misschien zijn insecten lekker (kan het me niet voorstellen) en heel gezond, maar de aanblik bezorgd me al maagpijn. Volgende keer zoek ik een restaurant uit, met normaal eten. Ik ben blij dat dit mij niet is overkomen.
Bij ons thuis wordt een pot met aardappelen gereserveerd, bam, zo midden op tafel, met lekkere jus en vis. Mijn familie schept het eten op alsof ze jarenlang niets meer hebben gegeten. Het voedsel wordt vol verlangen naar de mond gebracht. Een luid gesmak vult de ruimte, en tot mijn grote opluchting geen gekraak. Dat had ik niet kunnen hebben. De monden zijn open. Fijngemalen eten glijdt langs de kin en valt op de tafel of op de grond, of natuurlijk allebei.
Ach, alles is beter dan een jungle op mijn bord.





http://lezerscolumns.metronieuws.nl/view/d7ox

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!
Het bericht wordt zo snel mogelijk bekeken!